“De wet echter kwam er nog bij opdat de overtreding zou toenemen, maar waar de zonde is toegenomen, daar is de genade meer dan overvloedig geweest” – Romeinen 5:20 (HSV)
Het is officieel nog geen winter, maar daar trekt het Nederlandse weer zich, zoals gewoonlijk, vrij weinig van aan. Omdat ik in Ede studeer, maak ik de seizoensverandering mee in zowel Zuid-Holland als Gelderland. Terwijl ik in de trein van Dordrecht naar Ede zat, zag ik steeds meer wit langs het spoor liggen. Daar waar het in Dordrecht had geregend, had het in Ede al wat gesneeuwd.
Of er deze winter veel mogelijkheden gaan komen voor sneeuwballen gooien of schaatsen op natuurijs is de vraag, maar één ding weten we zeker; het wordt kouder! En daar waar buiten koude neerslag valt en koele wind waait, wordt het binnen warmer. Zo, legt Paulus in zijn brief aan de Romeinen uit, is het ook met de verhouding tussen de zonde en Gods genade. Waar zonde toeneemt, wordt Gods genade groter.
Volgen wij hierin in Gods voetstappen? Wanneer het buiten steeds kouder wordt, stoken we voor warmte. Daar hoeven we niet over na te denken! Maar als de wereld koud is, stoken we dan ook, brengen we dan de warmte? Als God in ons leeft, neemt de warmte die we afgeven toe, daar waar de kou van de wereld toeneemt!
Met vriendelijke groet en Gods zegen,
Juda Brinkman (stagair in Hervormd Krispijn)